De ellebogen
5.Tenniselleboog |
Onjuiste techniek. Verkrampt slaan en/of te veel in het racket knijpen. Hierdoor raken de pezen van de strekkers van de pols en vingers aan de buitenzijde geïrriteerd door overbelasting.
Verschijnselen:
Pijn aan de buitenzijde van de elleboog tijdens het slaan. Ook drukpijn. De pijn straalt door naar de onder- of bovenarm.
De pijn begint na het spelen. Na een goede warming-up verdwijnt de pijn nog wel maar als de blessure ernstiger wordt blijft
de pijn constant aanwezig. Bewegingen waarbij de onderarm, pols en hand gebruikt worden zijn pijnlijk.
Behandeling:
Aanpassen van de training naar rustige ontspannen slagen die pijnloos gespeeld kunnen worden. Bij voorkeur geen
backhandslagen. Direct na de training de elleboog koelen. Rekoefeningen. Lichte massage kan toegepast worden. De aanschaf
van een tennisbrace die de pezen van de elleboog ontlast kan helpen.
Preventie:
Warming-up. Juiste techniek gebruiken; ontspannen slaan, niet knijpen in het racket. Controleren van de grip op de juiste
dikte en stroefheid.
Bijzonderheden:
Een tenniselleboog kan vaak een langdurige blessure zijn. Door de slechte doorbloeding van de pezen duurt herstel vrij
lang. Ook in de schouder kan een dergelijke blessure ontstaan.