Strategie en tactiek
De strategie is in feite een van tevoren plan hoe de wedstrijdgame te gaan aanpakken. Is de tegenstander snel aan het net?
Dan ligt het bestoken met een clear op de backhand voor de hand. Beschikt de tegenstander over een geduchte backhand en
een goede smash? Dan moet gevarieerd gespeeld gaan worden (korte slagen afgewisseld met lange slagen). Ook kan een
strategieonderdeel de service zijn. Door bijvoorbeeld continu eenzelfde service af te geven kan de tegenstander in 'slaap'
worden gesust.
Door op tijd te variëren wordt de tegenstander verrast en onzeker. Ook kan de service steeds anders uitgevoerd worden,
waardoor de tegenstander ook onzeker wordt. Belangrijk is echter dat de variatie in slagen groot genoeg is om de
tegenstander uit te kunnen spelen.
Let wel: (slag)geweld levert ook in het badminton weinig rendement.
Heb je een 'plan van aanpak' dan moet je het ook nog uitvoeren. Zoals altijd zal de werkelijkheid anders zijn dan de
theorie. Immers de tegenstander speelt mee en heeft zijn eigen "plan van aanpak".
Het is dus zaak te zoeken naar de zwakke plek van de tegenstander en deze zo snel mogelijk te vinden.
Door in de eerste slagenwisseling van een partij zeer gevarieerd te spelen kom je er meestal snel achter waar de sterke en
waar de zwakke punten van de tegenstander te vinden zijn.
Een zwak punt kan de drop zijn, maar ook de backhand. Door daarna steeds gevarieerd te spelen en te eindigen met bijv. de
drop, komen de punten als vanzelf binnen.
Diepe service op de backhand, gevolgd door een clear op de backhand waarna een diagonale drop moet volgen. Heeft dit allemaal geen gevolg dan
moet er meer drive worden gespeeld gevolgd door een drop.
Ook heel aardig is het gebruiken van schijnbewegingen. Een schijnbeweging is een zeer geducht wapen, maar niet te verwarren met de 'bedelde'
slag. Een schijnbeweging is in feite een beweging in gang zetten voor een bepaalde slag, bijv. een clear en vervolgens een drop staan. Een
bedekte slag is echter de slagbeweging zo laat mogelijk en zoveel mogelijk vanuit de pols doen. De tegenstander kan dan niet aan de lichaamstaal
zien wat voor slag te verwachten is en welk been hij moet gaan staan. De reactie komt dus later.
Het aardige van badminton is echter dat een slagenwisseling niet te voorspellen is. Je slagen moeten in de eerste plaats natuurlijk altijd goed
uitgevoerd zijn, en zelfs dan nog is niet te voorspellen wat de tegenstander doet. Bij een teamsport kan de tegenstander van de bal gehouden
worden, bij badminton is zoiets niet mogelijk. De tegenstander bepaalt voor een groot deel de ontwikkeling van de slagenwisseling afhankelijk
van het repertoire aan slagen en de uitvoering van die slagen. Je zal je eigen spel moeten ontwikkelen met het slagenrepertoire dat je hebt. De
wedstrijdtactiek leer je het best door tegen sterke tegenstanders te spelen en die te proberen uit te spelen. Verliezen van een sterkere
tegenstander is niet erg, het winnen van een aantal punten op eigen kracht en door eigen tactiek is een groot genot.
Een slag die ver en hoog op het terrein van de tegenstander wordt geslagen. Het is in eerste instantie een
verdedigende slag die ons zelf de tijd c.q. gelegenheid verschaft onze positie op de baan weer in te nemen. Ook
de backhanduitvoering dient aangeleerd te worden, al is die niet eenvoudig.
Een slag waarbij men de shuttle kort over de netrand wipt, met de bedoeling de tegenstander te dwingen de shuttle
omhoog te spelen. Het is een aanvallende slag waarbij het juiste voetenwerk van essentieel belang is. Ook zal de
shuttle zo hoog mogelijk genomen moeten worden. Ook de backhanduitvoering dient aangeleerd te worden.
Een slag die in beginsel lijkt op de clear maar op het laatste moment ingehouden wordt (schijnbeweging), waarbij
de shuttle vlak achter het net gedeponeerd wordt. Het is een aanvallende slag bij uitstek. Ook bij deze slag
dient de backhand-uitvoering aangeleerd te worden.
Een Onderhandse slag bedoeld als antwoord op de dropshot en netdrop teneinde de shuttle met een grote boog op de
achterlijn van de tegenstander te deponeren. Het is een verdedigende slag. Ook bij deze dient de
backhand-uitvoering aangeleerd te worden.
Een bedrieglijke benaming, omdat deze service ook bij enkelspelen toegepast mag worden. Een betere benaming is
dan ook: de korte service. (Hierbij wordt de shuttle laag over het net achter de servicelijn van de tegenstander
geplaatst.) Juiste technieken zijn hierbij van belang. deze aanvallende service wordt zowel met forehand als
backhand genomen.
Het antwoord op deze service is afhankelijk van de spelvorm (dubbel/mix/enkel).
Het meest ideale is de aanval d.m.v. een netdrop overnemen.
Ook dit is een bedrieglijke benaming aangezien deze service ook toegepast mag worden in het dubbelspel en mix.
Een betere benaming is dan ook: lobservice of hoge service. De shuttle wordt uit deze service zo hoog mogelijk en
zo diep mogelijk in het service vak van de tegenstander geplaatst. het is in wezen een verdedigende service.
Ook hier meerdere mogelijkheden wat betreft het antwoord. Afhankelijk van de spelvorm. Hoofdzaak is dat ten alle
tijden geprobeerd moet worden zo snel mogelijk de aanval te nemen, maar ook te houden.
Een van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste factor in de badmintonsport. Men leert niet alleen zich te
verplaatsen op de baan, maar ook hoe zich te verplaatsen met het oog op de bereikbaarheid van de verste hoeken.
Probeer vanaf het begin de juiste methodes toe te passen, het geeft je lat er veel voordelen. de droge oefeningen
(zonder shuttle) zijn misschien vervelend, maar nodig. In later stadium als de technieken beheerst worden, zijn
de oefeningen met shuttle erg interessant.
Een slag waarmee een opgezette aanval afgemaakt wordt. de tegenstander wordt gedwongen een hoge shuttle te slaan
waarna de shuttle langs de kortste weg naar beneden, hard afgeslagen wordt.